Gewoon, autisme

Autisme is een aanleg in de hersenen waardoor prikkels (waarnemingen, gedachten, gevoelens) in hoge mate los van elkaar worden verwerkt. Dit beïnvloedt je denken, je waarneming en je gedrag.
Prikkelverwerking bij autisme: hoe werkt het?

Mensen krijgen voortdurend allerlei prikkels binnen. Om met deze grote hoeveelheid informatie om te gaan worden prikkels automatisch aan elkaar gekoppeld. De functie van deze koppeling is het sneller oproepen van informatie die ‘belangrijk’ is en het negeren van de minder belangrijke details.

Een prikkel is een stukje informatie dat in de hersenen binnenkomt: iets dat je ziet, hoort, ruikt, proeft of voelt. Ook gedachten en emoties zijn prikkels.
Voorbeelden van prikkels: een kleur of vorm die je ziet, een gevoel van warmte of kou, een idee, een herinnering, een gevoel van blijdschap, een geluid, etc.

Bij autisme is de automatische koppeling van informatie minder sterk aanwezig. Hierdoor is er minder aandacht voor ‘belangrijke’ informatie en meer aandacht voor losse prikkels en details. Autisme is een aangeboren manier van prikkelverwerking.


Wat doet autisme met je?

De hersenen koppelen altijd en overal informatie aan elkaar. Als je autisme hebt word je door je andere prikkelverwerking op allerlei manieren beïnvloed. Bijvoorbeeld:

  • Je interpretatie van taal: je aandacht gaat meer uit naar de onderdelen van een zin (de letterlijke woorden) dan naar de bedoeling.
  • Je interpretatie van lichaamstaal: je ziet de afzonderlijke bewegingen maar de ‘boodschap’ zie je niet of vertraagd.
  • Je beleving van geluid: je bent je net zo bewust van het omgevingsgeluid als van de stem van je gesprekspartner.
  • Je visuele waarneming: je ziet in de eerste plaats de details van een afbeelding, pas in de tweede plaats zie je wat de afbeelding als geheel voorstelt.
  • Je motoriek: je bent je erg bewust van afzonderlijke bewegingen waardoor complexe, samengestelde bewegingen minder ‘automatisch’ gaan en je wat onhandig kunt zijn.
  • Je manier van nadenken en herinneren: je denkt minder in woorden en meer in de ‘beelden’ of ‘mentale filmpjes’ waaruit deze woorden zijn opgebouwd.

Het feit dat je prikkels los van elkaar verwerkt en minder details negeert kost je bovendien méér tijd, energie en aandacht.


Asperger, PDD-NOS en klassiek autisme: verschillende vormen of gewoon autisme?

Het syndroom van Asperger, PDD-NOS en klassiek autisme zijn begrippen om verschillende verschijningsvormen van autisme te beschrijven. Alle verschijningsvormen samen worden ook wel het autistisch spectrum genoemd. Het onderscheid tussen deze ‘vormen’ wordt gebaseerd op basis van het gedrag dat de persoon met autisme laat zien. Wat altijd hetzelfde is bij autisme is de onderliggende manier van prikkelverwerking.

Bij het stellen van een diagnose is het in de praktijk erg lastig om onderscheid te maken tussen verschillende vormen. Door de enorme verscheidenheid binnen iedere ‘vorm’ lopen klassiek autisme, het syndroom van Asperger en PDD-NOS als het ware in elkaar over. Bij het stellen van nieuwe diagnoses (volgens de DSM 5) wordt er alleen nog gesproken over autisme, of over het autistisch spectrum. Gewoon autisme dus. Uiteraard kan autisme samen gaan met een lage, gemiddelde of hoge intelligentie. Het kan gaan om mensen bij wie het autisme heel zichtbaar of haast onzichtbaar is.


Autisme herkennen
Autisme kan leiden tot specifiek gedrag. Ook kan het leiden tot overprikkeling, met bijbehorend gedrag. Door te onderzoeken of de onderliggende oorzaak een gescheiden prikkelverwerking is, kun je autisme herkennen.
Gedrag dat voortkomt uit autisme

Met autisme ervaar je de wereld wezenlijk anders. Ook heb je, doordat prikkels niet automatisch gekoppeld worden, een behoefte om je wereld op een andere manier te structureren. Prikkelverwerking kost je bovendien meer energie waardoor je minder aandacht te verdelen hebt. Dit alles kan zich uiten in ander gedrag. Bijvoorbeeld:

  • Je bent bijzonder zorgvuldig in je taalgebruik: omdat de letterlijke betekenis van woorden structuur en duidelijkheid geeft.
  • Je communiceert met weinig intonatie of uitdrukking: doordat al je aandacht uitgaat naar de woorden die je gebruikt.
  • Je lijkt sommige regels in de communicatie te ‘negeren’ (je beurt afwachten, oogcontact maken): doordat je je niet of vertraagd van deze regels bewust bent. Of doordat je er de aandacht niet voor kunt opbrengen om ze te volgen.
  • Je laat je leiden door een sterk rechtvaardigheidsgevoel: doordat het naleven van expliciete regels structuur en duidelijkheid geeft.

Gedrag dat voortkomt uit overprikkeling

Doordat je aandacht uitgaat naar ieder detail, geluid en woord en je de bedoelingen van anderen soms niet of vertraagd opmerkt, kunnen onverwerkte prikkels zich opstapelen. Er ontstaat een filevorming van prikkels in de hersenen: overprikkeling.

Overprikkeling is een situatie die onveilig voelt doordat je geen controle of overzicht meer hebt. Mensen reageren hier meestal op vanuit hun instinct door te vechten, te vluchten of te verstijven. Dit kan tot specifiek gedrag leiden. Bijvoorbeeld:

  • Je negeert wat anderen zeggen of doen
  • Je komt niet meer uit je woorden en zwijgt
  • Je reageert boos, opstandig of zelfs agressief
  • Je gaat fel discussiëren
  • Je wordt bang, of raakt in paniek
  • Je verliest je concentratie en je ‘moet’ wat anders doen
  • Je loopt weg of ‘vlucht’ in een individuele activiteit zoals gamen of muziek luisteren

Gedrag dat volgt uit overprikkeling kan in principe iedereen vertonen. Iedereen is wel eens overprikkeld. Overprikkeling is op zichzelf niet typerend voor autisme. De manier waarop het tot stand komt (en de frequentie waarmee het gebeurt) is dat wel.


Omgaan met autisme
Door te begrijpen hoe je informatie verwerkt kun je omstandigheden creëren waarin je daar rekening mee houdt. Met overprikkeling kun je leren omgaan en je kunt leren om overprikkeling in veel gevallen te voorkomen.

Prikkelverwerking autisme

Schema prikkelverwerking autisme