Opinie

Autisme & succesverhalen

2 jan , 2015  

Positieve verhalen over autisme gaan vaak over extremen. Over bijzondere prestaties en successen. Op internet lijkt het al snel alsof je met autisme ernstig gehandicapt, danwel bijzonder begaafd bent. Wat doet deze beeldvorming met mensen met autisme? Door: Thijs van der Rol

Een simpele google/youtube search, en je struikelt over de verhalen van autisme als handicap. Nadat je deze verhalen er uit hebt gefilterd stuit je op de verhalen van mensen die het ‘ondanks’ autisme heel ver hebben geschopt. Of verhalen van mensen die ‘dankzij’ autisme over grote talenten beschikken: op het gebied van wiskunde, muziek, technologie… Lijstjes met bekende personen en genieën die mogelijk een vorm van autisme hadden of hebben vind je overal terug: Einstein, Newton, Beethoven, Lincoln, Jefferson, Bentham, Bill Gates.

Het vertellen van succesverhalen is misschien een reactie op het overwegend negatieve imago dat autisme nog steeds heeft. Hoe beter dit negatieve imago te doorbreken dan met succesverhalen? Deze succesverhalen hebben echter ook een keerzijde.

Die keerzijde is duidelijk in de ‘ondanks’ verhalen. Daarin is autisme iets dat overwonnen moet worden. Ondanks het autisme heeft de persoon kennelijk zoveel doorzettingsvermogen, intelligentie of andere positieve eigenschappen dat hij succesvol kan zijn. Ook de ‘dankzij’ verhalen hebben een keerzijde. ‘Dankzij’ verhalen maken autisme waardevol vanwege de speciale talenten waar het in resulteert. Iemand die autisme heeft (en dus volgens de suggestie van de ‘dankzij’ verhalen over bijzondere talenten beschikt) en niet excelleert, lijkt in vergelijking tot die verhalen te falen als persoon met autisme.

Succesverhalen geven op zichzelf dus geen goed beeld van autisme. Sterker nog, het versterkt bestaande clichés: Namelijk dat je met autisme bij voorbaat beperkt (ondanksverhalen) of bevoorrecht (dankzijverhalen) bent. Relatief gewone verhalen over autisme zijn daarom juist erg belangrijk.

Verhalen van een Albert Einstein of een Thomas Jefferson die mogelijk autisme hadden zijn misschien inspirerend maar het is lastig om je met hen te identificeren. Ze dragen bij aan een gepolariseerde beeldvorming van autisme. Veel mensen met een vorm van autisme zullen daarom tot de conclusie komen ‘Ik ben niet ernstig gehandicapt en ook niet uitzonderlijk begaafd dus ik ben gewoon (in de zin van niet autistisch).’

Jezelf als ‘gewoon’ zien lijkt een goed uitgangspunt. ‘Gewoon’ is voor velen echter moeilijk te verenigen met autisme. Zou het niet mooi zijn als gewoon en autisme elkaar niet zouden uitsluiten?: Gewoon, autisme. Wanneer het hebben van autisme gewoon blijkt te zijn dan wordt de drempel immers een stuk lager om kennis over autisme te gebruiken voor je eigen ontwikkeling.

 


One Response

  1. Marc Beek schreef:

    Of over kracht en kwetsbaarheid? Mijn autisme is een kwetsbaarheid waarmee ik om heb leren gaan en gedurende dat leerproces heb ik vaardigheden verworven waarmee ik nu anderen kan helpen en mijn werk beter kan uitvoeren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *